Na de bezettingsopdrachten in Duitsland kot het Regiment op 5 oktober 1919 terug in het garnizoen in de Kazerne Prins Albert te BRUSSEL. Het blijft er tot september 1939, periode die slechts onderbroken wordt voor een bezettingsopdracht in het RUHRGEBIED van eind juni tot eind november 1924.
Op 22 april 1921 wordt op de binnenplaats van de Prins Albert-kazerne een gedenkteken in de vorm van een bronzen plaat ingehuldigd. Dit gebeurt in aanwezigheid van de Koning, de Minister van Landsverdediging, een groot aantal burgerlijke en militaire autoriteiten en een massa oud-Grenadiers, vergezeld van hun familieleden.
Op 17 februari 1934 overlijdt Koning ALBERT I te Marche-les-Dames. Onze diepbetreurde Vorst wordt op 22 februari op de schouders van acht onderofficieren van de Grenadiers naar zijn rustplaats gedragen.
Achttien maanden later, op 3 september 1935, krijgen de Grenadiers de eer en de droevige opdracht onze geliefde Koningin ASTRID ten grave te dragen.
Op 22 april 1934 wordt bij de molen van LIZERNE het monument STEENSTRAETE ingehuldigd in aanwezigheid van de Koning LEOPOLD III en de Minister van Landsverdediging.
Van 7 tot 13 mei 1937 viert het Regiment zijn honderdjarig bestaan. Ter gelegenheid van dit eeuwfeest worden een aantal ceremoniën en feesten op het getouw ezet, waarbij vooral de “Geschiedenis van het Regiment” wordt beklemtoond. De wapenschouwing vindt plaats op 9 mei in aanwezigheid van de Koning.